Reageren of een ervaring delen?

Wil je reageren op een vraag of zelf een vraag stellen? Of wil je jouw ervaring delen met de andere leden. Dat kan, maar alleen wanneer je je hebt aangemeld voor Samen Fitter.  Heb je al een account? Log dan snel in.

De virtuele elfstedentocht op het St. Odulphuspad

 loopt zijn elfstedenroute of het St. Odulphuspad. In een blog kwam de eerste etappe al aan bod. Hieronder lees je zijn mooie verhalen van de andere etappes!

23 reacties

  • Dei Jitty,

    Moai dat jimme de ferhaaltsjes lêzen hawwe. Wat is der wat te stjen yn 

    us Fryslân. Dat hat ús ek fernuvere. Eppie is no mei fekânsje dus efkes allinne of mei Cathrarinus.

    Gr,

    Ines

  • Wat super dat jullie de route hebben uitgelopen en wat fijn dat we via deze weg mee konden lopen, genieten en leren! 

  • 27 aug stilte na de storm. de laatste etappe van het Odulphuspad. De 260 km met genoegen afgelegd.

    15e etappe St. Odulphuspad ‘Presbyter’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 27 aug. 2020

    De 15e etappe gaat van Reahûs naar Bolswert en is 17,1 km. Het weer is deze dag bijzonder. Na de zomerstorm van gisteren is het nu bladstil. Het is of houdt de natuur de adem in. De zon zien we niet maar verder is het goed wandelweer bij ruim 20 gr. C. De naam van de laatste etappe van het Odulphuspad is ‘Presbyter,’ het Griekse woord voor ouderling of volleerd priester.

    Vandaag gaan we over historische paden en langs plaatsen met een kloostergeschiedenis.

    Van Reahûs door Turns naar Oldeclooster.

    De deur van de Martinuskerk in Reahûs staat uitnodigend open, dus laten we ons verleiden tot  een bezoekje. De kerk heeft een mooi interieur. Weer verwonderen we ons over al die grote kerken in de dorpen. Verdwenen is het rijke kerkelijk leven. Veel kerken sluiten noodgedwongen de deuren of krijgen een andere bestemming. Even later wandelen we over een betonpad de weilanden in. Af en toe passeert ons een fietser. Zo bereiken we Turns, een dorpje gelegen aan de Franekervaart.

    Even ten oosten van dit dorp heeft het klooster Thabor gestaan. De monniken van dit klooster hebben de dijken van de toenmalige Middelsee aangelegd. Via het buurtschap De Klieuw komen we op het Oldecloosterpad. Aan dit pad stond het klooster Bloemkamp. Nu staan op de terp twee boerderijen, één daarvan heet Bloemkamp.

    De stilte ervaren.

    Bij de Kloostervaart staat een bankje, daar eten we ons broodje. Het is windstil zelfs het riet aan de vaart beweegt niet. Het water ligt er als een spiegel bij. Als we even zwijgen ontdekken we het!

    We horen geen geluiden, geen machines op de landerijen, geen dieren die loeien, blaten of hinniken. Geen vogels die kwetteren of zingen. Geen verkeerlawaai, zelfs niet in de verte en geen vliegtuig gebrom. Het is volkomen stil! Wat een unieke ervaring! We blijven er even stil naar luisteren!

    Eeuwen geleden, toen kloosterlingen hier woonden, zal dit vast gewoon zijn geweest. Nu ervaren we het als heel bijzonder in ons zo drukke landje. Nadat we kennis hebben genomen van de informatie over het kloosterleven vermeld op een paneel, zetten we de pas er weer in. We komen voorbij een tuinhuisje met de uitnodiging binnen te kijken. Dat doen we, daar staat een mooie maquette van klooster Bloemkamp. Daar omheen veel attributen die verbanden hielden met het kloosterleven, mooie prenten, verhalen en voorwerpen. Een aanrader om even binnen te stappen.

    De natuur mooi en hard.

    We verlaten de verharde weg en we gaan over een graspad verder. Gelukkig is het gras kort dus loopt het redelijk. In de landerijen om ons heen tellen we wel tien grote zilverreigers. Ze staan hier niet te pronk. Nee, ze staan bij muizengaten in de stille hoop dat ze zo een muizenmaaltje kunnen verschalken. Wreed? Nee, zo gaat dat in de natuur. Als ik een klaphekje door ben hoor ik vlakbij een angstkreet van een spreeuw. Een torenvalk zit met zijn vleugels gespreid op de grond, daar komt het schreeuwen van de spreeuw onder vandaan. De valk schrikt van de mens, vliegt op en laat de spreeuw los, Die vliegt met een kreet het riet in en ontsnapt zo aan de dood. De valk zal op zoek moeten naar een nieuw slachtoffer, eten moet! En de spreeuw leeft voorlopig verder.

    Als we het graspad verlaten is gedaan het met de rust. Er is weer menselijk verkeer. We wandelen op Burchwert aan. Dit dorp ligt aan de Bolswardertrekvaart. Bij een heel strenge winter is het een deel van de Schaats Elfstedentocht.

    Langs het jaagpad staan weer Friese gedichten. Veel fietsers, vooral jongeren passeren ons.

    Ze komen uit Bolswert en zijn onderweg naar huis na hopelijk een ‘coronavrije’ schooldag.

    Vaak groeten ze vriendelijk, blij dat de schooldag er weer opzit denken we.

    Het einde van de reis.

    We zien hem al de finish. Fier steekt hij zijn zadeldak boven alles uit de Martinikerk van Bolswert.

    We hebben in één kwartaal deze pelgrimsroute van 260 km afgelegd. In de geopende kerk sluiten we onze pelgrimage af. In de stad halen we het laatste stempel genietend van de geneugten van het goede leven. Op weg daarheen gaan we de nog even binnen in de St. Franciscusbasiliek. De kerk zo nauw verbonden met de zalig verklaarde pater Titus Brandsma een waardige afsluiter. Tijdens onze wandelingen op het Odulphuspad hebben we leren pelgrimeren en ideeën gekregen over het kloosterleven.  Het voelt alsof we bevorderd zijn tot ‘Presbyter’.                          Ines Bergsma

  • Etappe 13 en 14 nog een te gaan op komende donderdag als de storm voorbij is.

    14e etappe St. Odulphuspad ‘Viridarium’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 22 aug. 2020

    De 14e etappe gaat van Easterlittens naar Reahûs en is 21,6 km. Op deze etappe hebben we veel tegenwind. Wel weer mooie luchten.

    Deze etappe heet ‘Viridarium’, dat betekent: ‘Kloostertuin’. Kloostertuinen komen we niet tegen. Wel worden we vandaag verrast met bloeiende bermen en daarbij een bijzonder verhaal.

    Ook deze etappe voert ons door het open landschap van de ‘Greidhoeke’. En ook vandaag komen we weer door juweeltjes van dorpen.

    Van Easterlittens naar Wommels.                                                                             

    Voorbij de prachtig gelegen camping van Easterlittens komen we op een verhard fiets/voetpad dat ons lang het water door de weilanden voert. Hier moet de regenkleding ons droog houden. Na een stief kwartiertje is de bui voorbij. Iens is het eerste dorp dat we op de route tegen komen. Het dorp ligt niet aan een doorgaande route want bij de weg erheen staat vermeldt, ‘Alleen naar Edens’. Edens is de Nederlandse naam voor het dorp Iens. We komen langs een rijtje diaconiehuizen van vroeger. De fraaie zadeldaktoren staat op het hoogste punt van de dorpsterp. Fietsers en wandelaars kunnen wel verder langs de Bolswardertrekvaart over het fiets/voetpad. Vroeger werd dit pad gebruikt als jaagpad voor de trekschuiten. Langs dit pad dat doorloopt tot Bolsward staan op 25 borden gedichten van Friese dichters afgedrukt. Een mooi initiatief. Bij een enkele staan we even stil.

    Dan bereiken we het grotere dorp Wommels. Wommels is o.a. bekend door de jaarlijkse kaatswedstrijd voor jongens van 14 tot 16 jaar, de ‘Freulepartij’. Een freule had een zwak voor de kaatssport. De jongens van het winnende partoer (team) kregen elk een gouden horloge van haar. Verder heeft Wommels een fraai museum in de voormalige kaaspakhuizen aan de vaart. En er is een bekende uitspanning ‘It Reade Hynder’. Tijd voor ons om daar zelf even uit te spannen voor koffie met lekker gebak. De uitspanning straalt nog de sfeer van vroeger uit. Gezien onze leeftijd passen we er moeiteloos bij.

    Langs een aantal fraai verbouwde fabriekswoningen verlaten we Wommels.

    Natuurgebieden Skrok en Skrins en de Lionserpolder.

    Natuurmonumenten kocht ruim vijfentwintig jaar geleden deze weidegronden aan. Het landschap in Fryslân begon door de intensivering van de landbouw drastisch te veranderen. Vogels als kievit, grutto, kemphaan en tureluur werden daar de dupe van. Door kleinschalig beheer, met onder meer hoge waterstanden en laat maaien, wil Natuurmonumenten de rijke natuur van vroeger in dit gebied terugwinnen. De broedvogelresultaten van de afgelopen jaren laten zien dat het kan.

    In deze weidevogelgebieden kunnen mensen nog genieten van het echte Friese voorjaarsgevoel. In het merendeel van de landerijen in Friesland hoor en zie je nog weinig weidevogels. Hier roepen en zingen de vogels in de lente onafgebroken hun lied boven de velden. De roep van de grutto, de buitelende kievit of de zang van een veldleeuwerik, gun je iedereen. Ook de plantenrijkdom is van grote waarde. Nadat we heel toepasselijk pauzeren in de vogelkijkhut wandelen we via een slingerend pad door deze natuurgebieden. Nu is het hier ook stil, immers de meeste weidevogels zijn weer onderweg naar hun overwinteringsgebieden.

    Eastermar, Lytsewierrum en Gruttewierrum naar Reahûs.

    Eastermar is een mooi terpdorp met een vaart er doorheen. De Martinikerk wordt ook wel de ‘Kathedraal onder de Friese dorpskerken‘ genoemd. Het interieur schijnt uniek te zijn. De tuin bij de pastorie van de kerk is oorspronkelijk een wandel- en productie tuin. Passend bij deze etappe hadden we kerk en tuin graag met een bezoekje willen vereren. Helaas voor bezoekers gesloten. Door weidse velden komen we uit in het buurtschap Meilahûzen. Hier zijn de bermen bloemrijk ingezaaid. Marten de Boer één van de initiatiefnemers vertelt er enthousiast over. Hun bedoeling is op termijn de bermen langs het gehele Odulphuspad bloem- en insectenrijk te maken. Een prachtig initiatief.

    Door de weilanden komen we in Lytsewierum. Een imposante kerk een paar boerderijen en wat huizen met zo’n 70 inwoners, dat is Lytsewierrum, een prachtig terpdorpje. Over de bekende ‘Slachtedijk’ door Gruttewierrum (kleiner dan Lytsewierrum!) komen we aan bij de finish in Reahûs.

    Bij de Camping de Finne halen we stempel 14. Toepasselijk staat er een veldboeket op tafel.

    Ines Bergsma

     

    13e etappe St. Odulphuspad ‘Campanarium’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 18 aug. 2020

     

    De 13e etappe gaat van Mantgum naar Easterlittens en is 20,1 km. Ideaal wandelweer vandaag.

    Deze etappe heet ‘Campanarium’, dat betekent: ‘Klokkentoren’. Op de route van deze dag komen we er meerdere tegen. De etappe gaat door het open landschap van de ‘Greidhoeke’. Kilometers ver is het uitzicht. De wolkenluchten zijn grandioos. Het groene land is gestoffeerd met dorpen en dorpjes. De torens van de kerken steken markant boven de bomen rond de kerk uit. Vandaar de naam van deze etappe.

     Van Mantgum via Jorwert naar Hilaard.

    Mantgum heeft behoorlijk veel nieuwbouw en een halte voor de trein van Leeuwarden naar Stavoren. Mantgum ligt dus dicht bij Leeuwarden en dat verklaart de nieuwbouw. Veel van deze huizen zijn ook nog fraai gelegen aan water. Voorbij deze wijk gaan we via een kerkpad door de weilanden op weg naar Jorwert. Over dit dorp is veel te vertellen. Zo heeft de bekende schrijver Geert Mak hier gewoond. Zijn boek: ‘Hoe God verdween uit Jorwert’ heeft hij hier geschreven. En ieder jaar wordt hier in de notaristuin een openluchtspel opgevoerd voor duizenden toeschouwers. Door het coronavirus dit jaar dus niet. De fraaie Redbardkerk heeft naast ‘gewone’ kerk nog andere functies. Het is de zetelplaats van de stichting ‘Nij Kleaster’. Een organisatie die een nieuw klooster voor stilte, bezinning en verbinding gaat stichten in een boerderij een kilometer buiten Jorwert. Nu nog worden activiteiten uitgevoerd vanuit de Redbardkerk. Wat vooral verbindt met de titel van deze etappe is het overlevingsverhaal van dominee Bas van Gelder, hier predikant in WOII. Wegens verzetsactiviteiten moest hij onderduiken. Zijn onderduikperiode heeft hij doorgebracht in de kerktoren van de Redbardkerk. In het boek ‘Nachtboek van een kerkuil’ heeft hij zijn bewogen jaren beschreven. We laten Jorwert achter ons en komen langs de Lionserpolder een vogelrijk gebied. Nu in de nazomer is het er stil. Wat wel opvalt, zijn de bloemrijke bermen. We zien het vaker, bloemrijk ingezaaide bermen en weilanden. Een prima ontwikkeling vinden we.

    We bereiken het dorp Hilaard met een kerk met alweer een mooie zadeldaktoren. De voormalige Gereformeerde kerk is vanaf 2000 het onderkomen van de Koptisch Orthodoxe Kerk Friesland. Het is een dochtergemeente van die van Amsterdam. Vanaf 2008 vormt ze een eigen zelfstandige gemeente. In Nederland zijn ongeveer 7000 kopten (orthodoxe christenen, afkomstig uit Egypte).

    Op 4 mei 2015 is de kerk ingewijd door de Koptische paus, Tawadros II, heel bijzonder!

     

    Naar Boksum, via Blessum en Baard naar Easterlittens.

    We verlaten Hilaard en stappen door naar Boksum. Bij de ons bekende bakker houden we onze lunchpauze. Van Boksum gaan we door de landerijen over het Haitze Holwerdapaad naar Blessum.

    Het pad is genoemd naar de hoofdpersoon uit het boek van Ulbe van Houten,‘De sûnde fan Haitze Holwerda’ dat in deze omgeving speelde. Koeien op het pad zien ons als indringers, ze gaan met tegenzin voor ons opzij. Blessum ligt ook op een terp. De kerk heeft ook hier zijn oorspronkelijke functie verloren. Wel heeft hij een zinvolle nieuwe bestemming gekregen. Je kunt er nu overnachten. Refugio: nachtelijk onderkomen voor pelgrims staat erbij op een bord. Ook staat er een vuurrode koelkast als minibieb langs het pad. Een boek verdwijnt voor €2 bij ons in de rugzak.

    Naast de kerk is een loonwerker bezig nog een deel van de terp te verwijderen. Waarom is ons niet duidelijk. Verder gaat het door het groene land een paar regenspatjes pesten ons even. Kilometers lopen we langs de Bolswardertrekvaart met af en toe een sloep. Druk is het niet, af en toe passeren we tegenvoeters en fietsers. We pauzeren rustiek bij de Panwurksbrêge. In de verte zien we de fabriekstoren van onze eindbestemming.  We lopen langs Baard. Een paar fraaie moderne woningen staan daar langs de vaart. De deur van het café staat uitnodigend open maar de pijp van Easterlittens wenkt ons ook en daar gaan we voor. We passeren de gesloten kleinste Galerie van Nederland. De laatste loodjes zijn niet zwaar, mee omdat de route mooi is. Vanaf het verhoogde houten brugje bij de camping duikt de jeugd met veel plezier het water in. Wij halen met evenveel plezier bij het restaurant van de camping een ijsje en het stempel. Bij de kerk is de finish voor vandaag.

    Ines Bergsma

  • Beste Iris ik zie dat verslag 11 mist dus komt die nog hierbij.

    11e etappe St. Odulphuspad ‘Vitus’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 28 juli 2020

     

    We zijn weer met ons drieën. De 11e etappe gaat van Blauwhuis naar Sneek en is 21,2 km.

    Deze etappe wordt ‘Vitus’ genoemd, naar de patroonheilige van de RK kerk in Blauwhuis.  Vitus is in de derde eeuw geboren op Sicilië.  Hij bekeerde zich tot het christendom en stierf de marteldood.

    Hij is de beschermheilige van zangers en muzikanten. Vandaag is het zonnig met fraaie wolken.

    De krachtige wind, meest in de rug, is onze begeleider.

     

    Van Blauwhuis door de polders naar Oosthem.

    We treffen het want de St. Vituskerk is open. De heer Rijpma vertelt ons over deze fraaie kerk, zijn patroonheiligen en andere bijzonderheden. Blauwhuis werd pas in 1949 een dorp. Het dorp kreeg zijn naam naar het blauwe dak van de RK schuilkerk na de reformatie. Ondanks de reformatie bleven veel mensen hier de RK kerk trouw. Zo kon er onder architectuur van de bekende Cuypers een grote kruisbasiliek in Blauwhuis verrijzen. Blauwhuis is ook de standplaats van de muzikanten van de Blauhúster dakkapel, met een link naar St. Vitus. Over de polderdijk verlaten we het dorp, op naar Westhem. De karakteristieke kerk van dit dorp staat bijna solitair in het polderlandschap.

    We gaan over een eeuwenoud kerkpad door de weilanden en over smalle brugjes naar Abbega. Voor de gelovigen op zon- en feestdagen en bij weer en wind was dit het pad naar hun kerk. Kerkgang was voor deze gelovigen naast geloven dus ook (wandel)sport.

    Een bijzonder Rijksmonument.

    In dit gebied zien we verscheidene transformatorhuisjes maar hier bij Abbega staan ook nog een tiental bovengrondse houten palen. Tussen de palen werden de elektriciteits-of telefoondraden gespannen. In de vorige eeuw stonden overal zulke palen met leidingen. In mijn opleiding tot telefoonmonteur moest ik ook voor onderhoud in de palen klimmen. Daarvoor had je ‘klimschaatsen’, die bevestigde je onder je schoenen en met de kromme haken die eraan zaten klom je zo naar boven. Een veiligheidstouw maakte de uitrusting compleet. In de loop der jaren zijn alle ‘luchtleidingen’ vervangen door grondkabels.  Nu zijn palen en transformatiehuisje een Rijksmonument.

    Door de landerijen over graspolderdijken, wel wat een kuitenknijper, wandelen we naar Oosthem.Ook dit dorp heeft een fraaie grote kerk. Hierbij pauzeren wij voor onze lunch.

    St Vitus en de Mattheus Passion.

    In Skoatersketille hier in de buurt woonde in de oorlogsjaren de Haagse violiste Jeanne Gerritsen. Zij bewerkte de Mattheus Passion voor het dorpskoor van Oosthem. In 1942 werd de bewerking voor het eerst uitgevoerd in de kerk van Abbega. Toen deze kerk daarvoor te klein bleek verhuisden ze naar de Martinikerk in Bolsward. Daar wordt nu nog ieder jaar de Mattheus Passie uitgevoerd, slecht onderbroken in 1945. Deze Passie is uitgegroeid tot een begrip in deze streek. Dit jaar zou het de 75e uitvoering zijn. Dat ging niet door vanwege het Corona virus! Wel een heel ongelukkig moment.

    Over een pad langs het water komen we in Nijezijl. Veel Friese plaatsnamen eindigen op syl of zijl. Het betekent afwateringssluis, waardoor het overtollige water weg kon stromen uit de polders.

    Nog twee steden te gaan.

    De eerste stad op ons dagtraject is IJlst. IJlst is bekend als houtstad. Firma Nooitgedacht was o.a. wereldvermaard om de schaatsen die ze maakten. In een nieuw museum kun je van alles te weten komen over de houtstad IJlst. IJlst is ook bekend van overtuinen. Overtuinen zijn tuinen die van de woningen door een straat of een water gescheiden zijn. Bij IJlst hoort de houtzaagmolen ‘De Rat.’

    Over het net geasfalteerde pad langs de Geeuw bereiken we de buitenwijken van Sneek, de tweede stad van vandaag.  Knooppunt 73 lijdt ons buitenom langs deze woonwijk. Oeps dat was niet te bedoeling, zo wordt de etappe een paar kilometer langer. Terug op de route steken we de Geeuw over. We verwonderen ons over het fraaie natuur gebied rond de spoorput. Bij het station komen we de stad binnen. Wel moeten we nog even langs de beroemde waterpoort. Op weg naar de stempelpost bij het scheepsvaartmuseum bezoeken we nog de fraaie Martini kerk.

    En St Vitus en Sneek dan? Jazeker, Sneek heeft een rijk cultureel leven met muziek, zang en andere kunstuitingen. Ook heeft de stad een imposant cultuurhuis.                                                            Ines Bergsma

  • Hierbij het verslag van de 12e etappe St, Odulphuspad  gr, Ines

    12e etappe St. Odulphuspad ‘Refter’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 5 aug. 2020

     

    De 12e etappe gaat van Sneek naar Mantgum en is 17,4 km. De krachtige wind blaast ons stevig in de rug en met de zon erbij maakt het wandelen vandaag weer tot een feest voor ons.Deze etappe heet ‘Refter’. Dit is de plaats waarin in een klooster gegeten wordt. Het is de grootste ruimte in een klooster.

    Omgeving Sneek.

    We lopen de stad uit lang de Zwette. Net buiten Sneek heeft op een terp het Sint-Jansbergklooster gestaan. Dat was vooral een hospitaalklooster. Het klooster is afgebroken tijdens de tachtigjarige oorlog. Het was na de watersnoodramp van 1825, waarbij een groot deel van Fryslân onder water kwam te staan met veel doden. Aansluitend aan deze ramp werd Fryslân ook nog eens getroffen door hongersnood en epidemische ziekten. Daarom werd op de plaats van het klooster voor de doden een nieuwe begraafplaats ingericht. We komen er vandaag niet langs.

    De moderne stad Sneek breidt zich naar alle kanten uit. We zien grote woonwijken met veel water.

    Verder door het ‘Greidelân’.

    Dan plotseling is er weer de open ruimte. We wandelen vandaag door dit groene land, hier en daar gelardeerd met koeien. Als we over de Zwette Scharnegoutum binnen lopen staan zes bronzen nonnen ons al op te wachten. De werkelijke nonnen woonden even verderop in het buurtschap Nijekleaster. Gesticht in 1233 en platgebrand door de geuzen in 1572. Het zet ons aan het denken, waarom men al die kloosters verwoesten. Stel je eens voor dat ze gespaard zouden zijn, dan was Fryslân nog mooier dan het nu al is. Dan maar genieten van het ‘Greidelân’ waar Pieter Wilkens, de Friese troubadour, het in een prachtig lied bezingt. Het is een fraai pad waarover we gaan door dit groene land. Hier en daar bloeien de bermen noch volop. Soms bloeit er ook een gele schermbloemige plant. Het zou de wilde pastinaak kunnen zijn. Een plant met dikke witachtige wortels die eetbaar zijn. Meegenomen door de Romeinen toen die hier ooit bivakkeerden. In de ‘Refter’ van het klooster stond hij ook op het menu. Hier en daar staat nog een Amerikaanse windmotor in het landschap. We discussiëren erover wie nu meer energie levert, dit type met zijn vele bladen of de moderne met wieken met drie of vier bladen. Conclusie: we denken dat het uiteindelijk niet veel uitmaakt. Om dit zeker te weten is meer informatie nodig.

    De ‘Slachte’.

    Een deel van de route gaat over de ruim 42 km lange Slachtedijk. Nu is het een slaperdijk, maar vroeger was het een reserve dijk die dienst deed na de zeedijk. Voor het laatst heeft de Slachte bij de watersnood van 1825 als zeewering gefunctioneerd. Doorgangen, zijlen genaamd, werden dan afgesloten met sluisdeuren of hele dikke houten balken. Bij Boazemersyl zien we ze liggen. Nu is de Slachte een cultuurhistorisch monument. Sinds 2000 vindt om de vier jaar de Slachtemarathon plaats. Van Oosterbierum aan de Waddenzee tot Rauwerd hier in de buurt of omgekeerd. 1500 hardlopers en 15.000 wandelaars nemen deel aan dit feestelijke gebeuren. Langs de route veel toeschouwers, muziek, dans en spel. Alle drie hebben we meerdere keren aan deze ‘Slachte’ meegedaan. Bij Theetuin ‘De Dille’ aan de Zwette pauzeren we en krijgen we het etappestempel.

    Een ‘hoogtepunt’ in het vlakke land.

    We gaan naar het dorp Easterwierum met ook weer een fraaie kerk. Bijna alle dorpen in het lage deel van Fryslân waren vroeger beter over water bereikbaar dan over land. Dat zie je ook hier, de grote vaart loopt tot in het dorp. Nu wordt de vaart een halt toegeroepen door de straatweg die door het dorp loopt. Een kerkpad dwars door de landerijen over brugjes en slootjes brengt ons naar een hoogtepunt op deze route. Op het restant van een grote terp staat een eenzame toren te pronken in het landschap. Toen in Easterwierum een nieuwe kerk met toren werd gebouw werd deze kerk overbodig. De kerk werd afgebroken, gelukkig bleef de toren staan. In en op de resten van de kerkmuur is de urnewand gemetseld.

    Onze finish is een paar kilometer verder bij de fraaie Mariakerk in Mantgum. Tegenover de kerk staat een gebouw met daarop de tekst ‘Bewaarschool’. Mijn gedachten springen 75 jaar terug. Ik bezocht toen de bewaarschool ‘kleuterschool ’in mijn geboortedorp. Goede herinneringen borrelen op. Geen wonder dat onze auto vandaag hier goed ‘bewaard’ is.                                                                       Ines Bergsma

  • Beste Iris,

    Hieronder het verslag van etappe 10 van het St. Odulphuspad. Nog 5 te gaan.

    Inmiddels is mijn STRAVA km stand vanaf de start 384 km Dus Odulphus en de wandelingen vanuit huis bij elkaar opgeteld. Dus gaat het goed vind ik. 

    Gr,

    Ines

  • 10e etappe St. Odulphuspad ‘Aether’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 21 juli 2020

     We zijn weer met ons drieën. De 10e etappe gaat van Gaastmeer naar Blauwhuis en is 16,6 km. Deze etappe wordt ‘Aether’ genoemd, naar de Griekse god van de atmosfeer.  Die naam krijgt in deze fraaie etappe alle eer. Het is kraakhelder en de wolken die er zijn maken het landschap schilderachtig mooi. Daar mogen wij vandaag van genieten, wat een voorrecht.

     Van Gaastmeer door de polders naar Oudega.

    We wandelen Gaastmeer uit en al snel komen we in ‘lytse Gaastmar’. Dat valt op. Gaastmeer bestaat dus uit een dorp en een buurtschap. Na een paar kilometer slaan we bij één van de vele transformatorhuisjes die in dit gebied staan af naar Idzengahuizen. Daar kunnen alleen wandelaars verder. Ben je met ander vervoer dan moet je terug naar de kruising als je verder wilt.

    Het water in de brede sloot langs deze weg staat wel 1,5 meter hoger dan de landerijen die eraan grenzen. Dus ook hier zijn dijken nodig om het water binnen zijn grenzen te houden.

    ‘Skriezekrite Idzegea’

    Een bord naast de weg maakt ons duidelijk dat in dit gebied de weidevogels hier kansen krijgen om voor nageslacht te zorgen. De beheersmaatregelen van de boeren zorgen er voor dat er optimale broed- en opgroeimogelijkheden voor de (jonge) weidevogels zijn. In de broedtijd heb ik dit gebied eens met onze vogelwacht bezocht, een ware belevenis. Op de kunstkoe bij één van de boerderijen staat ‘Weide Weelde Melk’. Voor de (karne)melk van deze koeien betaal je per liter een paar centen extra. Die komen ten goede aan de meerkosten die deze vorm van boeren voor behoud van weidevogels mogelijk maken. Al jaren drink ik deze heerlijke weideweelde (karne)melk.

    Idzengahuizen bestaat uit een paar boerderijen waarvan één met een camping. Zelfs buiten de camping staan nog een aantal caravans en tenten. Veel landgenoten zoeken in deze coronatijd vertier in eigen land, gelijk hebben ze. En dan is er nog een kerkhof met een klokkenstoel.Langs de camping kun je als wandelaar de polderdijk op. De stilte, het land met koeien en het water erbij met de zeilboten erop, maken deze kilometers van de route tot het hoogtepunt van de dag.

    We wandelen, genieten en misschien mediterend we elk in zijn eigen tempo, over de polderdijk.

    In de buurt van Oudega bereiken we weer de bewoonde wereld. Tijd voor een broodje.

    Odulphus?

    Maar is er iets in deze etappe dat te maken heeft met het thema Odulphus? Jawel, we komen langs de Schuttepoel. Hier werd rond 1480 het kleine nonnenklooster Nazareth gesticht. Het klooster eindigde haar activiteiten rond 1580 met de komst van de reformatie. Met de app word je erop gewezen, ‘maar verder vind je zelfs haar standplaats niet meer’ is een Bijbelse uitspraak die geldt.

    Even verderop ligt in een stukje rietland een oud Joods Kerkhof. Het was een begraafplaats voor zwervers, die toen Joden werden genoemd. Dat zou vandaag dus niet meer kunnen! Er zouden ook arbeiders begraven zijn die gestorven zijn tijdens de aanleg van de nabijgelegen spoorlijn. (1883-1886) Wij passeren de plaats zonder dat we het ontdekken. Wel zoeft de trein ons voorbij!

    We genieten van een verhoogde uitzicht post aan de spoorlijn.  Aan de andere kant van de lijn is een natuurgebied met honderden watervogels, waaronder enkele tientallen grote zilverreigers!

    Stevig doorstappend komen we in Oudega.

     Van Oudega via Greonterp naar Blauwhuis.

    Van Oudega tot Greonterp hebben we op eerdere Odulphus etappes dit traject al gewandeld. Is dat vervelend? Daar over kun je van mening verschillen. In ieder geval is de lucht en dus ook het landschap vandaag anders gekleurd. Het oogt nu zoals het voorkomt op de landschapsschilderijen van de kunstenaar Gerben Ypma die hier woonde en het landschap zo fraai geschilderd heeft.

    Van het fiets-wandelpad wordt druk gebruik gemaakt. Zonder uitkijken naar de andere kant zwalken is gevaarlijk. In Greonterp zien we Gerard Reve (in glas) net uit de vaart bij het dorpje stappen.

    De toren van de kerk van Blauwhuis steekt uitnodigend zijn spits het luchtruim in. We gaan graag op die uitnodiging in. Het stempel van deze etappe halen we bij camping Aphrodite, godin van de liefde en meer.                                                                                                                                                        Ines Bergsma

  • 9e etappe St. Odulphuspad ‘Inundatus’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 13 juli 2020

     Ook deze etappe zijn we met ons tweeën. Het is hemels mooi wandelweer. De 9e etappe gaat van Koudum naar Gaastmeer een middagwandeling van 11,4 km. Deze etappe wordt ‘Inundatus’ genoemd, dat betekent ‘ondergelopen.’ De bewoners van de streek waar we vanmiddag door wandelen hebben eeuwenlang moeten strijden tegen het water. De app route voert je op deze etappe door de weilanden waar je over hekken moet klimmen.Daar doen we niet meer aan. Dus kiezen we voor de wandelknooppunten route.

     Van Koudum naar It Heidenskip.

    Door de kern van Koudum en de aansluitende woonwijken komen we in het polderland.Bijna rechtdoor gaat de weg naar het dorp It Heidenskip ongeveer 6 kilometer verder op de route. Ruim zicht hebben we hier en we zijn omringt door gemaaide weiden.Veel toeristen(groepen) per fiets passeren ons, ze groeten vriendelijk, mee dank zij het weer?We denken dat de meeste toeristen geen weet hebben van wat hier in het verleden is gebeurd.

    Bijvoorbeeld in de eerste dagen van de stormachtige februari 1825. Ook dit gebied werd weer eens door ernstige dijkdoorbraken en overstromingen getroffen. De 'wetterfloed' (watersnoodramp) had een verwoestend effect op de polders hier. Ze kwamen ongeveer 2,5 meter onder water te staan. Het leed was niet te overzien. Mensen en dieren verdronken, huizen en boerderijen werden verwoest door het kolkende water. Dijken werden later verhoogd en molens en gemalen hielden de polders droog. Daardoor werd het ook hier veiliger wonen en werken. Door betere wegen werd het gebied nog verder ontsloten. De ramen naar de grote buitenwereld gingen steeds verder open.

    We passeren een in 2012 aangelegd natuurgebied. Het is genoemd naar de boerderij ‘Wolvetinte’ die hier vroeger heeft gestaan. Het ons in het vooruitzicht beloofde bankje in It Heidenskip ligt voor renovatie op zijn kop. Dus pauzeren we op een stapel bakstenen. Juist op dat moment ‘vliegen’ de mieren tussen de stapel stenen uit. Daardoor ‘vliegen’ wij overend om er niet verder te pauzeren.

     

    It Heidenskip

    De dorpskern (vroeger) Brandeburen, ligt aan de Heidenschapstervaart die uitmondt in het Hofmeer en die is via een vaart verbonden met de Fluessen. Het dorp is een plaatje bij dit zomerse weer.

    Ze zijn maar met weinigen, de ‘Heidenskippers’ maar ze hebben hier wel een schans om het polsstokverspringen te beoefenen en hele beste springers(sters) die menig record breken.Ook zijn de Heidenskippers gevreesd bij nationale en internationale touwtrekwedstrijden.

    En op cultuurgebied blazen ze al meer dan 120 jaar in hun fanfareorkest ‘Studio’ terdege hun partij mee op concoursen en concerten. Waar een kleine gemeenschap groot in kan zijn.

     

    Naar Gaastmeer.

    Verder gaan we richting Gaastmeer. Het gebied hier heet de Helpolder. En het is hier soms een ‘hel’ geweest voor de bewoners van weleer. We komen langs een voormalige eendenkooi en langs een plek waar diverse dranken uitnodigend voor je klaarstaan. Bediening is er niet en dat heeft niets met Corona te maken maar alles met gastvrijheid. Zelfstandig afrekenen in het geldkistje op de tafel!

    Er rest ons nog een leuke onderbreking. We steken de ‘Yntemasleat’ over met een pontje.Maximaal vier passagiers per oversteek, vandaag door drukte het dubbele. Het virus verwaait wel!

    Over een voetpad komen we in Gaastmeer aan.  Nu een waar toeristenoord, vroeger vermaard door de palinghandel maar de palingen zijn net als het hoge water in de polder verdwenen.

    Het boek ‘De Oerpolder’ waarin Hijlke Speerstra boeiend schrijft over leven en werken in deze wereld heb ik van zolder gehaald om te herlezen.                                                                                             Ines Bergsma

  • Jitty,

    Zie de reactie voor jou onder etappe 8.

    Ines