Reageren of een ervaring delen?

Wil je reageren op een vraag of zelf een vraag stellen? Of wil je jouw ervaring delen met de andere leden. Dat kan, maar alleen wanneer je je hebt aangemeld voor Samen Fitter.  Heb je al een account? Log dan snel in.

De virtuele elfstedentocht op het St. Odulphuspad

 loopt zijn elfstedenroute of het St. Odulphuspad. In een blog kwam de eerste etappe al aan bod. Hieronder lees je zijn mooie verhalen van de andere etappes!

23 reacties

Bovenliggend
  • Beste Iris ik zie dat verslag 11 mist dus komt die nog hierbij.

    11e etappe St. Odulphuspad ‘Vitus’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 28 juli 2020

     

    We zijn weer met ons drieën. De 11e etappe gaat van Blauwhuis naar Sneek en is 21,2 km.

    Deze etappe wordt ‘Vitus’ genoemd, naar de patroonheilige van de RK kerk in Blauwhuis.  Vitus is in de derde eeuw geboren op Sicilië.  Hij bekeerde zich tot het christendom en stierf de marteldood.

    Hij is de beschermheilige van zangers en muzikanten. Vandaag is het zonnig met fraaie wolken.

    De krachtige wind, meest in de rug, is onze begeleider.

     

    Van Blauwhuis door de polders naar Oosthem.

    We treffen het want de St. Vituskerk is open. De heer Rijpma vertelt ons over deze fraaie kerk, zijn patroonheiligen en andere bijzonderheden. Blauwhuis werd pas in 1949 een dorp. Het dorp kreeg zijn naam naar het blauwe dak van de RK schuilkerk na de reformatie. Ondanks de reformatie bleven veel mensen hier de RK kerk trouw. Zo kon er onder architectuur van de bekende Cuypers een grote kruisbasiliek in Blauwhuis verrijzen. Blauwhuis is ook de standplaats van de muzikanten van de Blauhúster dakkapel, met een link naar St. Vitus. Over de polderdijk verlaten we het dorp, op naar Westhem. De karakteristieke kerk van dit dorp staat bijna solitair in het polderlandschap.

    We gaan over een eeuwenoud kerkpad door de weilanden en over smalle brugjes naar Abbega. Voor de gelovigen op zon- en feestdagen en bij weer en wind was dit het pad naar hun kerk. Kerkgang was voor deze gelovigen naast geloven dus ook (wandel)sport.

    Een bijzonder Rijksmonument.

    In dit gebied zien we verscheidene transformatorhuisjes maar hier bij Abbega staan ook nog een tiental bovengrondse houten palen. Tussen de palen werden de elektriciteits-of telefoondraden gespannen. In de vorige eeuw stonden overal zulke palen met leidingen. In mijn opleiding tot telefoonmonteur moest ik ook voor onderhoud in de palen klimmen. Daarvoor had je ‘klimschaatsen’, die bevestigde je onder je schoenen en met de kromme haken die eraan zaten klom je zo naar boven. Een veiligheidstouw maakte de uitrusting compleet. In de loop der jaren zijn alle ‘luchtleidingen’ vervangen door grondkabels.  Nu zijn palen en transformatiehuisje een Rijksmonument.

    Door de landerijen over graspolderdijken, wel wat een kuitenknijper, wandelen we naar Oosthem.Ook dit dorp heeft een fraaie grote kerk. Hierbij pauzeren wij voor onze lunch.

    St Vitus en de Mattheus Passion.

    In Skoatersketille hier in de buurt woonde in de oorlogsjaren de Haagse violiste Jeanne Gerritsen. Zij bewerkte de Mattheus Passion voor het dorpskoor van Oosthem. In 1942 werd de bewerking voor het eerst uitgevoerd in de kerk van Abbega. Toen deze kerk daarvoor te klein bleek verhuisden ze naar de Martinikerk in Bolsward. Daar wordt nu nog ieder jaar de Mattheus Passie uitgevoerd, slecht onderbroken in 1945. Deze Passie is uitgegroeid tot een begrip in deze streek. Dit jaar zou het de 75e uitvoering zijn. Dat ging niet door vanwege het Corona virus! Wel een heel ongelukkig moment.

    Over een pad langs het water komen we in Nijezijl. Veel Friese plaatsnamen eindigen op syl of zijl. Het betekent afwateringssluis, waardoor het overtollige water weg kon stromen uit de polders.

    Nog twee steden te gaan.

    De eerste stad op ons dagtraject is IJlst. IJlst is bekend als houtstad. Firma Nooitgedacht was o.a. wereldvermaard om de schaatsen die ze maakten. In een nieuw museum kun je van alles te weten komen over de houtstad IJlst. IJlst is ook bekend van overtuinen. Overtuinen zijn tuinen die van de woningen door een straat of een water gescheiden zijn. Bij IJlst hoort de houtzaagmolen ‘De Rat.’

    Over het net geasfalteerde pad langs de Geeuw bereiken we de buitenwijken van Sneek, de tweede stad van vandaag.  Knooppunt 73 lijdt ons buitenom langs deze woonwijk. Oeps dat was niet te bedoeling, zo wordt de etappe een paar kilometer langer. Terug op de route steken we de Geeuw over. We verwonderen ons over het fraaie natuur gebied rond de spoorput. Bij het station komen we de stad binnen. Wel moeten we nog even langs de beroemde waterpoort. Op weg naar de stempelpost bij het scheepsvaartmuseum bezoeken we nog de fraaie Martini kerk.

    En St Vitus en Sneek dan? Jazeker, Sneek heeft een rijk cultureel leven met muziek, zang en andere kunstuitingen. Ook heeft de stad een imposant cultuurhuis.                                                            Ines Bergsma

Reactie
  • Beste Iris ik zie dat verslag 11 mist dus komt die nog hierbij.

    11e etappe St. Odulphuspad ‘Vitus’ als Virtueel Elfstedenpad etappe 28 juli 2020

     

    We zijn weer met ons drieën. De 11e etappe gaat van Blauwhuis naar Sneek en is 21,2 km.

    Deze etappe wordt ‘Vitus’ genoemd, naar de patroonheilige van de RK kerk in Blauwhuis.  Vitus is in de derde eeuw geboren op Sicilië.  Hij bekeerde zich tot het christendom en stierf de marteldood.

    Hij is de beschermheilige van zangers en muzikanten. Vandaag is het zonnig met fraaie wolken.

    De krachtige wind, meest in de rug, is onze begeleider.

     

    Van Blauwhuis door de polders naar Oosthem.

    We treffen het want de St. Vituskerk is open. De heer Rijpma vertelt ons over deze fraaie kerk, zijn patroonheiligen en andere bijzonderheden. Blauwhuis werd pas in 1949 een dorp. Het dorp kreeg zijn naam naar het blauwe dak van de RK schuilkerk na de reformatie. Ondanks de reformatie bleven veel mensen hier de RK kerk trouw. Zo kon er onder architectuur van de bekende Cuypers een grote kruisbasiliek in Blauwhuis verrijzen. Blauwhuis is ook de standplaats van de muzikanten van de Blauhúster dakkapel, met een link naar St. Vitus. Over de polderdijk verlaten we het dorp, op naar Westhem. De karakteristieke kerk van dit dorp staat bijna solitair in het polderlandschap.

    We gaan over een eeuwenoud kerkpad door de weilanden en over smalle brugjes naar Abbega. Voor de gelovigen op zon- en feestdagen en bij weer en wind was dit het pad naar hun kerk. Kerkgang was voor deze gelovigen naast geloven dus ook (wandel)sport.

    Een bijzonder Rijksmonument.

    In dit gebied zien we verscheidene transformatorhuisjes maar hier bij Abbega staan ook nog een tiental bovengrondse houten palen. Tussen de palen werden de elektriciteits-of telefoondraden gespannen. In de vorige eeuw stonden overal zulke palen met leidingen. In mijn opleiding tot telefoonmonteur moest ik ook voor onderhoud in de palen klimmen. Daarvoor had je ‘klimschaatsen’, die bevestigde je onder je schoenen en met de kromme haken die eraan zaten klom je zo naar boven. Een veiligheidstouw maakte de uitrusting compleet. In de loop der jaren zijn alle ‘luchtleidingen’ vervangen door grondkabels.  Nu zijn palen en transformatiehuisje een Rijksmonument.

    Door de landerijen over graspolderdijken, wel wat een kuitenknijper, wandelen we naar Oosthem.Ook dit dorp heeft een fraaie grote kerk. Hierbij pauzeren wij voor onze lunch.

    St Vitus en de Mattheus Passion.

    In Skoatersketille hier in de buurt woonde in de oorlogsjaren de Haagse violiste Jeanne Gerritsen. Zij bewerkte de Mattheus Passion voor het dorpskoor van Oosthem. In 1942 werd de bewerking voor het eerst uitgevoerd in de kerk van Abbega. Toen deze kerk daarvoor te klein bleek verhuisden ze naar de Martinikerk in Bolsward. Daar wordt nu nog ieder jaar de Mattheus Passie uitgevoerd, slecht onderbroken in 1945. Deze Passie is uitgegroeid tot een begrip in deze streek. Dit jaar zou het de 75e uitvoering zijn. Dat ging niet door vanwege het Corona virus! Wel een heel ongelukkig moment.

    Over een pad langs het water komen we in Nijezijl. Veel Friese plaatsnamen eindigen op syl of zijl. Het betekent afwateringssluis, waardoor het overtollige water weg kon stromen uit de polders.

    Nog twee steden te gaan.

    De eerste stad op ons dagtraject is IJlst. IJlst is bekend als houtstad. Firma Nooitgedacht was o.a. wereldvermaard om de schaatsen die ze maakten. In een nieuw museum kun je van alles te weten komen over de houtstad IJlst. IJlst is ook bekend van overtuinen. Overtuinen zijn tuinen die van de woningen door een straat of een water gescheiden zijn. Bij IJlst hoort de houtzaagmolen ‘De Rat.’

    Over het net geasfalteerde pad langs de Geeuw bereiken we de buitenwijken van Sneek, de tweede stad van vandaag.  Knooppunt 73 lijdt ons buitenom langs deze woonwijk. Oeps dat was niet te bedoeling, zo wordt de etappe een paar kilometer langer. Terug op de route steken we de Geeuw over. We verwonderen ons over het fraaie natuur gebied rond de spoorput. Bij het station komen we de stad binnen. Wel moeten we nog even langs de beroemde waterpoort. Op weg naar de stempelpost bij het scheepsvaartmuseum bezoeken we nog de fraaie Martini kerk.

    En St Vitus en Sneek dan? Jazeker, Sneek heeft een rijk cultureel leven met muziek, zang en andere kunstuitingen. Ook heeft de stad een imposant cultuurhuis.                                                            Ines Bergsma

Onderliggend
Geen gegevens