Je kunt geweldig genieten van het strand en van de zee. Bouw dammen in een geultje met zakkend water of spring tegen de golven in als er wat branding staat. De zee is een speeltuin voor jong en oud. Fysio Frank woont op Ameland en mag dan ook graag een duik nemen in zee én een flink stuk zee-zwemmen. Wil jij ook meer dan springen in de golven of dobberen in je zwemband? In dit blog vertelt Frank je alles over zee-zwemmen, wat je nodig hebt, waar je kunt gaan zwemmen én hoe je je tocht veilig volbrengt. Lees je mee?

Wat heb je nodig?

Zwempak

Als je in zee zwemt heb je te maken met woelend water, dat betekent dat je een zwempak aantrekt die goed blijft zitten. Het water is wat kouder dan je zwembad, dus soms is het fijn om een neopreen zwempak aan te hebben zodat je niet te koud wordt onderweg. Dit hangt af van de duur van je training.

Zwemboei

De zee heeft geen kant zoals een zwembad of een meertje. Als je dus even wilt uitrusten is het handig dat je een drijver meeneemt. Een zwemboei is ook een goed veiligheidsobject, je bent zo beter zichtbaar voor andere watersporters.

Zwembril

Niet een must, maar wel een hele fijne aanvulling als je van plan bent een langere afstand te zwemmen. Een zwembril zorgt voor beter zicht tijdens je zwemtocht.

Neem geen risico

Maar voordat je het zwempak aantrekt, je boei omdoet en de bril op heb je nog iets heel belangrijks te doen een risicoanalyse. Het allerbelangrijkste punt van zeezwemmen. Weet waar je straks gaat zwemmen. Hoe is de kust opgebouwd? Welke stromingen staan er? Wat is het getij op het moment van je zwemtocht? Wat is het voor weer? Hoe is de golfhoogte, -periode en -richting? Hoeveel wind staat er en uit welke richting? Zijn er zichtbare muien, zandbanken en geulen? Is er veel schuimvorming? Is er een vaarroute in de buurt? Zijn er vissers aanwezig op het strand? Je hebt nogal wat voorwerk voordat je zwempak nat wordt. Stop hier tijd in want anders kun je voor onaangename verrassingen komen te staan. Doe nooit iets waarbij je denkt dat het wel kan en ga bij voorkeur niet alleen zwemmen, laat altijd iemand weten waar en wanneer je aan het zwemmen bent.

Veiligheid voorop

Wanneer ga je zwemmen? Als jij je veilig voelt en je acht jezelf bekwaam om in zee te zwemmen. Dat veilige gevoel moet je nog steeds hebben als je een antwoord hebt op alle bovenstaande vragen en of jouw zwemactiviteit daar ook bij past. Het kan zijn dat je tocht korter wordt, of de training is loodrecht op de kustlijn waarbij je door de branding heen wilt zwemmen. Of je kiest er juist voor om via een mui naar buiten te zwemmen om vervolgens met de brekende golven weer terug te zwemmen. Deze varianten zijn wel voor de gevorderde zeezwemmer overigens. Zijn er lifeguards aanwezig? Meld je altijd aan voordat je gaat zwemmen, zij kunnen je ook helpen met de risicoanalyse en het inrichten van je zwemtocht.

Het water in

Doe dingen nooit overhaast. Als je niet bekend bent met het terrein dan kun je makkelijk een blessure oplopen doordat je in een kuil stapt of op een basaltkei. Het helpt om het gebied te hebben gezien tijdens laag water zodat je een indruk hebt van de zeebodem. Wandel dan ook altijd naar dieper gelegen water. Als je tot je navel in het water bent kun je beginnen met zwemmen.

Waar ga je zwemmen?

Bij voorkeur in een geul parallel aan de kust en niet voorbij de laatste zandbank, daar is het water diep genoeg, heb je geen brekende golven en zwem je niet te ver uit de kant. Je komt dan wel muien tegen onderweg, afhankelijk van je zwemafstand. Deze stromen van de kust af en brengen je achter de zandbank die aan de zeezijde van de zwemgeul ligt. Dit kan, het hoeft niet direct te gebeuren. Ik dee

Op het droge

Spoel na het zwemmen je zwemboei, zwembril en zwempak goed uit, als je geluk hebt kun je dit doen bij een buitendouche welke doorgaans altijd beschikbaar zijn bij een blauwe vlag strand. Als je buiten de zomermaanden gaat zwemmen is een dikke badjas of een poncho aanbevolen voor en na het zwemmen.
Zorg ervoor dat je ook weer aan de lifeguard meldt dat je weer terug bent, anders zoeken ze je misschien nog later. Hoe vaker je zwemt, des te meer omstandigheden je meemaakt en dat zorgt er voor dat je beter wordt in zwemmen in zee. Veel plezier!

In dit blog heb ik aardig wat zee-termen gebruikt, ik deel nog even met je wat ik daar precies mee bedoel en hoe ze jouw zwemtocht beïnvloeden. Wel zo duidelijk . 

Geulen

Een geul is een diepere trog tussen twee zandbanken waar de stromingsrichting parallel loopt aan de kustlijn. Een geul kan breed maar het kan ook heel klein zijn, de kleinere geulen zijn met laag water perfect voor kleine kinderen om te spelen. De eerste diepere geul is ideaal om in te zwemmen.

Zandbanken

Een zandbank is een ondieper gelegen landtong waar golven op breken en waar je doorgaans kunt staan. Deze baken zie je met laag water goed en meestal vallen de eerste banken ook helemaal droog.

Muien

Een mui is een verzamelplek voor overtollig water dat over de zandbank is gespoeld en via de geulen tussen twee zandbanken terugstroomt. De waterdiepte is daar meer dan op de zandbank en de stroom staat van de kust af. Je ziet daar minder golfslag, schuim dat terugstroomt, kruisende golven en soms opstaande golven.

Golven

Golven zijn trillingen van het oppervlaktewater, zodra deze trillingen de zandbodem raken (ligt aan de golfhoogte) gaan ze breken. Een brekende golf heeft wit schuim op de kop. Dit is geweldig om tegen in te springen. Ga je er echter achter zwemmen, dan kom je in een geul.

Wind

De wind bepaalt ontzettend veel. De lengte duur en kracht van de wind bepaalt de golven, ook stromen geulen sterker met harde parallelle wind. Neem de wind altijd in ogenschouw als je gaat zwemmen.